Het belang van de filosofie voor de psychologie in de praktijk: deel II (2014)
In welke zin kan de filosofie therapeutisch werken? En behoort zij ook therapeutisch te zijn? Hoe verhoudt zij zich tot de psychotherapie? Het hangt natuurlijk allemaal af van wat we onder “therapeutisch” verstaan. De Griekse term therapeutikon verwijst naar helen of het verwijderen van lijden. Daar voor de oude Grieken filosoferen een levenshouding was was het ook het doel van filosoferen om door middel van zelfkennis lijden te vermijden. Juist filosofie als levenshouding kan uiterst nuttig zijn voor cliënten die vastlopen in het leven en zich er rationeel uit proberen te werken. In zekere zin is de filosofisch consulent er voor mensen met levensproblemen maar kadert ze niet in naar een bepaald model. De filosofisch-existentiële analyse zich richt namelijk op het zíjn van iemand in plaats van enkel iemands gedrag of gedachtenpatronen. Hoe staat iemand in het leven? Wat zijn zijn/haar overtuigingen over zichzelf, over wat werkelijkheid is, over welke normen en waarden zijn/haar leven vormgeven en welke normen en waarden hij of zijzelf denkt dat belángrijk zijn? Welke vooroordelen spelen hierbij een rol?
Zo heeft een cliënt met depressie misschien interne conflicten over de eigen eindigheid, en wordt hij/zij geconfronteerd met angst voor zinloosheid maar is dit niet noodzakelijk verbaal te duiden. Ga je dan uit van neerslachtigheid, of vraag je door? En als je doorvraagt, waar kom je dan uit? Het lezen van grote denkers kan heel nuttig zijn in het richting geven aan de punten waarop men vast loopt. Zo kan Sartre een spreekbuis zijn voor de cliënt die de eigen machteloosheid in een bepaalde situatie niet goed kan verwoorden en zo tot de conclusie komt: verantwoordelijkheid, dat wil ik!
Filosofie is geen therapie en vervangt de psychologische praktijk geenszins. Wel zoekt zij de diepte op waar de psychotherapeut daar niet altijd de ruimte meer voor heeft. Twee aspecten spelen daarbij een rol. Filosofen zijn getraind om “out of the box” te denken en vooronderstellingen te bevragen. Dit betreft ook vooronderstellingen over het impliciete mensbeeld dat heerst in de psycho-medische wereld, over wat normaal is en wat niet. De filosoof is daarnaast een denker die doorvraagt; laten we dit niet verwarren met zoeken naar een oorzaak. Er is misschien niet een enkele oorzaak voor een probleem, maar wel kan er een frisse visie onststaan in de communicatie tussen consulent en cliënt waardoor de beklemming van een probleem wat ruimte krijgt waar er voorheen enkel angst en beklemming was.
De “waarom” vraag blijkt uit de praktijk een minder cruciale rol te spelen dan we zouden denken. Wat mensen zoeken is controle over het eigen leven, minder ruis in eigen hoofd en hart en een in-zichzelf-gegrondveste autonomie. Dit laatste wil zeggen dat men verantwoordelijkheid zoekt en vrijheid om zichzelf en het eigen leven vorm te geven vanuit een overtuiging, passie of wens. De existentialisten bieden voor deze cliënt houvast, niet omdat ze richtlijnen geven hoe te leven, maar omdat ze een spiegel voorhouden waar het werkelijk om gaat: je zelf kennen en zijn in het aangezicht van de eigen sterfelijkheid. Het in volle verantwoordelijkheid keuzes durven maken in de wetenschap dat het ook anders kan (en dat dingen moeten worden nagelaten) speelt bij zelfkennis een grote rol. Zelf-acceptatie en loslaten van opties impliceert acceptatie dat het leven altijd verbonden is met verlies en afscheid. In de zoektocht naar authenticiteit is toelaten van de levensomstandigheden en de begrenzingen die het omhelst en het gevoel autonomie te hebben om veranderingen door te brengen binnen deze grenzen cruciaal voor een gevoel van levensgeluk. Het is in de dialoog met de filosofisch consulent dat diepere motieven en levensovertuigingen kunnen worden blootgelegd.